Eerste deel van de vaarvakantie van 2008: Akersloot via Antwerpen, Dendermonde en Blaton naar Peronnes. Hoogtepunt was de vaartocht over de Dender en kanaal Blaton-Ath, mogelijk voor schepen tot 1,10 m diepgang met een sluizentrap van 10 sluizen tussen Stambruges en Blaton. Een herhaling waard als je van schutten houdt.
In drie dagen naar Antwerpen. Via het AmsterdamRijnkanaal, Merwedekanaal, Hollandsdiep richting het RijnScheldekanaal. Op de gratis passantenplaatsen in Vianen en Volkeraksluizen overnacht. Gedurende de reis ging het steeds harder te waaien en vaker regenen. Op het Volkerak waaide het NO/5. De vlet liet zien wat de voordelen van een ronspant en een geknepen achterschip zijn. Ondanks dat de golven van achter kwamen liep ze niet uit haar roer en zelfs een mijl harder. Met beperkt zicht is het prettig als je een kaartplotter hebt. De schipper kon nu sneller zijn koers bepalen. De schipper zocht zo veel mogelijk de kant op omdat daar de golven lager waren dan in het diepe gedeelte. In Antwerpen heeft de schipper, te hoogte van de Noordlandbrug, via de mobiele telefoon de vlet bij de havenautoriteiten aangemeld, via de marifoon lukte het hem niet. Bij de Siberiabrug een half uur gewacht op brugbediening. De brugwachter verzocht de schipper om alvast dicht voor de Londonbrug te gaan drijven zodat de brugopening zo kort mogelijk kan zijn. De schipper mocht door roodgroen licht varen wat normaal gesproken in Antwerpen verboden is. In de jachthaven Willemdok twee dagen gebleven. De jachthaven is van alle gemakken voorzien van gratis internet tot en met witte diesel. De diesel is 2 cent goedkoper dan in Nederland langs de weg. Op kruipafstand is er een Delhaize supermarkt. Om gebruik te maken van de vloedstroom is de schipper, samen met de Ijlstervlet Noorderzon, om 06:30 voor de Londonbrug gaan liggen. Helaas beantwoorde de bugwachter via de marifoon de oproep van de schipper met de mededelingen dat hij te laat was opgeroepen.
Dit had om 06:15 moeten gebeuren en niet om 06:25. De schipper moest maar wachten tot de volgende brugopening om 08:30. Gelukkig kreeg de Noorderzon het wel voor elkaar dat de brug alsnog werd bediend. Zo zie je maar met twee boten sta je wat sterker. Een uur gewacht voor de Royersluis op de eerst komende schutting, om 08:45 de Schelde opgedraaid en met de resterende vloedstroom richting Dender vertrokken waar beide schepen precies op doodtij aankwamen. De schipper kwam tweemaal een vrachtschip tegen waarvoor hij moest uitwijken omdat zij de binnenbocht en verkeerde wal voeren. De sluis van Dendermonde draaide meteen na de oproep via de marifoon, bij binnenkomst waarschuwde de sluiswachter dat in het kanaal van Blaton-Ath maar 90 cm water stond. Of zij alsnog door wilden gaan. De vlet van de schipper steekt 85 cm maar de Noorderzon 110 cm. De sluismeester had geen vaarvignetten meer beschikbaar die moesten de schippers maar kopen in Aalst. Onderweg naar Aalst zijn ze 1 beroepsvaarder tegengekomen. De vaardiepte was rond de 3,5 m. Vanuit de sluis Aalst werden de schippers, met de fiets, naar het kantoor van de vaarwegbeheerder gestuurd voor een vaarvignet. De ambtenaar had moeite om voor de schippers een vaarvignet af te geven. Het heeft een uur geduurd voordat hij met behulp van de computer de gegevens had ingetikt, terwijl de gegevens van de Amisia al bekend waren in het centrale computersysteem. Bij het invoeren van de Noorderzon kreeg hij foutmeldingen die hij niet kon oplossen. Hij moest een collega erbij halen voor advies. Hij verontschuldigde zich omdat hij tot nu toe nog nooit Hollandse pleziervaartuigen had ingevoerd.
In sluis Teralfene hebben de schippers een uur moeten wachten omdat de brug bij Denderleeuwe defect was. Het schutten in de sluizen gaat vrij ruw. De schipper lag als eerste van het konvooi vlakbij de sluideuren en kreeg daar de flinke inlaatstroom voor zijn kiezen. Een keer vond zelfs de sluismeester dat het te hard ging en kneep hij rinketten wat dicht. Een dag later, toen de schipper als tweede in de sluis lag, heeft hij met de kop van zijn vlet de vlaggenstok van de Noorderzon gebroken. De sluizen hebben vaak een éénrijvak klapbrugje, die open dient te blijven tijdens het schutten. Het traject van Aalst naar Geraardsbergen is erg landelijk en rustig. Er is bijna geen scheepvaart. Door het doormeldsysteem en in konvooi varen waren er geen wachttijden bij de bruggen en sluizen. Ze waren het enigste konvooi die dag. Op de sluis van Geraardsbergen hing een officiele mededeling dat het kanaal Blaton Ath beperkt was voor schepen met een diepgang tot 1,10 m. De Noorderzon had dus mazzel ze konden doorgaan. Het traject tussen Dendermonde en Blaton is 88 km lang, met 44 sluizen wordt ongeveer een hoogteverschil van 61 m overbrugd.
In Geraadsbergen een ligplaats gezocht bij de lokale watersportvereniging. Een Hollander uit Tholen speelt daar voor havenmeester. Winkels en restaurants zijn op loopafstand. Na Geraardsbergen neemt de diepgang af naar rond de 2 m en moet er Frans worden gesproken. Gelukkig voer een Belg als derde schip mee die voor de Hollanders kon vertalen.
Voor de sluis Ath en van Ladeuze was de waterdiepte 1,2 m. Voor de sluis Ladeuze moest de Noorderzon door de zwarte stinkende modder ploeteren. De modder kwam zelfs uit zijn uitlaat. Het gevolg was dat de wierfilter dichtslibte en de motor geen koelwater meer kreeg. Met rokende motor konden ze nog net de sluis invaren. In de sluis is de wierpot leeg geschept en kon de motor weer worden gestart. Er kwam gelukkig weer koelwater uit de uitlaat. Van Geraardsbergen naar Beloeil is het konvooi door drie mobiele ploegen begeleid. Dit is de maximale afstand die je met 16 sluizen kan afleggen. Per konvooi kunnen maximaal 5 schepen mee, die moeten dan wel schuin in de sluizen gaan liggen. In maand mei zijn maar 24 schepen het kanaal gepasseerd. De schippers hebben geen tegenliggers ontmoet. In Beloeil hebben ze vlak voor de brug aan een wankele steiger overnacht die net boven water dreef. Erg stil ligt je er niet omdat de brug een "onweer" geluid maakt als er een auto overheen reed. Alle schippers van het konvooi hadden hun wierpot "gekuist" van delen waterplanten. In de laatste sluizen groeiden zelfs waterplanten op de muren van de sluizen. Precies op de afgesproken tijd kwam de volgende dag de laatste ploeg opdraven om de brug te openen. Alle bruggen en de meeste sluizen op het kanaal worden nog met de hand en vlot bediend. Na de laatste sluis bij Blaton vlak voor de ingang van het kanaal was het wederom rond de 1,2 m diep. Op het Centrum kanaal had de schipper 3,5 m water en kon hij weer op kruissnelheid varen richting de yachting club in Peronnes.
Vlak voor jachthaven nog 12,5 m afgedaald via de sluis Maubray. Een groot contrast vergeleken met de sluizen op de Dender. Helaas had een van de vouwfietsen een lekke band en moest er lopend boodschappen gedaan worden in het dorp Peronnes 3 km vanaf de haven. In de kantine van de yachting club hebben ze lekker en goedkoop gegeten en gedronken.